Liset Hamming

Journalist & Jurist maar wel aardig (Wob, data, technology)

  • Publicaties
  • Audio
  • Story Books
  • Wob wob wob wob
  • Blog
  • Contact

10 september 2021

Suïcide

Deze gedachten beluisteren kan natuurlijk ook. Hier, op Soundcloud.

‘Suïcide preventie dag’, verbetert mijn vriendin me. We liggen in bed, in het donker, en waren net van plan te gaan slapen. Ik proest het uit, want ik had ‘suïcidedag’ in mijn agenda gezet. Nét niet hetzelfde.

‘Wat zou An willen dat je doet morgen?’ vraagt ze door, na mijn betoog over hoe verschrikkelijk het woord ‘preventie’ is en dat het doet lijken alsof suïcide met ambtelijke richtlijnen en hygiënevoorschriften opgelost kan worden. ‘Oh, helemaal niks.’ Ik denk even na. ‘Taart eten.’ Weer galmt – we hebben erg hoge plafonds – mijn lach door de slaapkamer. Zo hard als zij ook kon lachen. Ik hoor het haar zeggen: kom, we gaan taart eten. En naar de film. Ik zie haar grote glimlach voor me. Alsof ze zó voor me staat, zwevend boven ons bed. Met de volle bos haren waar ik zo stikjaloers op ben. Was. Ben.

Ik kan niet meer lachen zonder ook te huilen. Ik mis haar zó. Wat had ik vandaag graag met haar taart gegeten.

Maar dat kan niet.

Dus, wat wél te doen op deze Suïcide Preventiedag, vraag ik me de volgende morgen af. Die bovendien wereldwijd is, lees ik op 113.nl/10september.

Als taalliefhebber moet ik me eerst herpakken omdat ik denk dat het Wereldwijde Suïcidepreventiedag moet zijn (in plaats van Wereldwijde Suïcide Preventiedag), maar daar gaat het nu even niet om en houdt me dus onnodig lang van mijn werk, waar ik eigenlijk mee bezig zou moeten zijn.*

Had ik toch vrij moeten nemen vandaag?

Ik lees dat Joseph R. Biden Jr. vanuit de Briefing Room van The White House in Washington DC vandaag ook iets wil doen om suïcide te voorkomen: “Creating hope through action“. Hondertachtig miljoen dollar naar suïcidepreventieprogramma’s van het Department of Health and Human Services’ Substance Abuse and Mental Health Services Administration. In het kader van de nazorg voor schade die COVID-19 heeft aangericht, gaat er via het American Action Plan I blijkbaar nog twintig miljoen dollar naar suïcidepreventie bij jongeren.

Ik heb geen idee hoeveel de Nederlandse overheid uitgeeft aan suïcidepreventie. Ik heb me hier nooit mee beziggehouden. Hoeven houden, kan ik misschien ook zeggen. Maar hoeveel precies ga ik ook niet opzoeken. Andere keer.

Bij het wegklikken van de mededeling uit de Verenigde Staten realiseer ik me wat me nog meer ergert aan ‘preventie’. Mijn ver weggezakte lessen Latijn herinneren me aan ‘praevenīre’, ‘prae’ voor en ‘venire’ komen. Voor-komen, voorkomen. ‘Preventie’ maakt me kwaad omdat het lijkt alsof we Annemijn haar zelfdoding hadden kunnen voorkomen. Iets wat iedereen die haar heeft gekend en lief heeft zich natuurlijk heel erg vaak afvraagt. Willens en wetens dat deze vraag niet beantwoord kan worden. Vandaar mijn irritatie: ik probeer me al – op de kop af – negen maanden te berusten in het feit dat wij, ik, niks anders, beter en/of eerder hadden kunnen doen om haar zelfdoding te voorkomen.

We weten het niet en we halen An er niet mee terug.

Maar ook het voor-komen maakt me boos. Alsof er een moment is geweest waar we ‘voor’ hadden kunnen komen. Alsof er één moment was, en dat moment hadden we dan vóór kunnen zijn.

Ik pieker me suf over wanneer er wat is gebeurd, de afgelopen jaren. Niet alleen hoe en waardoor, maar ook wanneer. Ik was daar toch bij? Ik stond daar toch naast? En keek ernaar. Blijkbaar. Je kan blijkbaar kijken zonder iets te zien. Of had ik wel wat gezien? Had ik gekeken? Waar zat ik dan wél naar te kijken, als ik niet het meest wezenlijke allesomvattende dat haar bezighield zag? Of was dat nog niet gaande, toen. Wanneer dan wel. Wanneer begon het. Wanneer had ik het vóór kunnen zijn als ik niet weet wanneer het begon?

Na een ochtend werken – had ik dan in ieder geval de middag vrij moeten nemen – besluit ik om toch nog eens naar die 113 website te kijken. Het interview van Jacobine Geel met de inmiddels aan kanker overleden oprichter van Stichting 113 Zelfmoordpreventie Jan Mokkenstorm dat ik in de weken na Annemijn haar overlijden keek, staat me nog goed bij. Dus klik ik verder.

“Op 10 september is het World Suicide Prevention Day. Wereldwijd staan we stil bij alle mensen die zijn overleden door zelfmoord, mensen die een poging hebben overleefd of aan zelfmoord denken, familie, vrienden en alle anderen die door zelfmoord geraakt zijn.” Het doet me goed dat ook ‘wij’ genoemd worden. “Gemiddeld overlijden in Nederland vijf mensen per dag aan suïcide” lees ik verderop. Dat is vijf keer per dag een bom in de levens van familie en vrienden van de overledene, herinner ik me Jan Mokkenstorm zeggen over het grote aantal zelfdodingen. Of was het hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren die dit zei tijdens zomergasten afgelopen augustus?

“Samen doorbreken we het taboe op zelfmoord. We gaan op 10 september op allerlei manieren met elkaar in gesprek, zodat we met elkaar een wereld zonder zelfmoord mogelijk te maken.”

Ik heb werkelijk geen idee hoe ik in gesprek kan, en wil.

Ik scroll door en sla de ‘serious game’ hulpvogel op, omdat ik benieuwd ben welke tips je kinderen en jongeren kan meegeven bij het praten over lastige gevoelens.

Maar het meest nog ben ik geïnteresseerd in de gratis online training suïcidepreventie die ik achter de knop “hoe je kunt bijdragen aan deze campagne” vind. De training waarvan ik wist dat ik ‘m zou gaan zoeken, en vinden. “Om te leren hoe je het gesprek kunt voeren” staat er namelijk achter.

Als er iéts is dat me is bijgebleven van het jaar voor An haar overlijden, is het mijn radeloosheid tijdens onze gesprekken over haar zelfdodingsonderzoek.

Ik kan nog steeds voelen hoe peilloos diep het donkere, gapende gat was dat tussen ons in lag als zij haar gedachten over zelfdoding deelde. Hoe concreter, hoe dieper en donkerder. En onoverbrugbaarder. Niet omdat die gedachten mij vreemd zijn. Maar misschien juist daarom. Zo vergevorderd. Zo concreet. Al bleek later dat ze nog concreter waren.

Een paniek die als een deken over me heen sloeg tijdens wat ons laatste telefoongesprek bleek te zijn en tegelijkertijd de gedachten: niet uit de weg gaan dit gesprek, erover praten. Ik kan dit. Stel vragen, dacht ik. Verdomme. Je doet je hele leven al niets anders. Nog een vraag. Of een mmm dan. In godsnaam dan een mmm. Laat haar praten. Verzin iets. Vragen. Niet ophangen. Alsjeblieft niet ophangen.

Hielp ik haar door te vragen, het gesprek aan te gaan, door niet te vragen, haar te laten praten? Ik weet het niet. Ik weet het nog steeds niet.

Op Annemijn haar verjaardag twee maanden geleden – ze zou 41 zijn geworden – stonden we met haar naaste familie en vrienden in een cirkel buiten in de brandende zon voor het huis van haar vader. Een voor een spraken we flarden van gedachten uit. Nieuwe, herhalende, vragende, verbazende gedachten. Wat hadden we anders kunnen doen? Hadden we haar kunnen helpen, hoe hadden we haar kunnen helpen, wanneer hadden we haar kunnen helpen? ‘Dat is wat ik mezelf nog het meest kwalijk neem’, zei een vriendin die An al vanaf de basisschool kent. ‘Ik had er voor háár willen zijn. Naar háár willen luisteren. Ik had willen horen hoe zíj zich voelde. Zonder te denken: ja maar, luister, als je nou dit of dat, je kan hier echt uit komen.’

Is dat wat je leert in “de gratis online training suïcidepreventie, om te leren hoe je het gesprek kunt voeren”? Het gesprek voeren. Welk gesprek?

Ik meld me aan. Ik ben veel te laat voor het rondje Vondelpark dat ik van plan was te gaan rennen, dus ik check alleen mijn inbox nog. De aanmelding is goed doorgekomen. Douchen, kind ophalen en naar zwemles. De training volg ik een andere dag.

Alles lijkt gewoon door te gaan.

Ook vandaag.

Ps Laat het me alsjeblieft weten als jij de training suïcidepreventie ook gaat volgen, of andere tips hebt voor het omgaan met zelfdoding(sgedachten) bij naasten.

* Ik checkte een en ander hier maar hoor altijd graag wat correct(er) is, ook in de rest van de tekst, bij gebrek aan eindredacteur/-trice

Meer blogs

16 juli 2021

Gemeenten in Nederland houden teveel geheim

Overheidsinformatie geheim verklaren, dat mag. In sommige gevallen moet het zelfs. Maar er gelden wel regels die bepalen wat, wanneer, hoe en voor hoe lang geheimhouding opgelegd mag worden. De Rekenkamers van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag concludeerden begin 2021 dat er meer geheim wordt gehouden dan noodzakelijk is, de geheimhouding onvoldoende gemotiveerd wordt en de duur van de geheimhouding niet concreet genoeg is. Onderzoeksjournalisten Liset Hamming en Olivia den Hollander bekijken in het project Gemeentegeheimen hoe dit zit in de rest van Nederland.

Uit het onderzoek Gemeentegeheimen blijkt dat bijna álle Nederlandse gemeenten te veel, te lang en zonder voldoende motivering geheim verklaren. Bovendien zijn er maar een paar gemeenten die zicht hebben op wélke documenten geheim zijn verklaard.

Hoe controleer je de macht?

Voor dit onderzoek diende Liset Hamming in 2020 bij alle 355 gemeenten in Nederland een Wob-verzoek in. Met een Wob-verzoek kan iedereen in Nederland aan een overheidsorgaan, zoals de gemeente, om openbaarheid van overheidsinformatie vragen. Dat regelt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Om antwoord te krijgen op de vraag welke documenten binnen de gemeente geheim zijn verklaard, vroeg Hamming om een overzicht en de onderliggende geheimhoudingsbesluiten. Ter informatie vroeg zij of de gemeente beleid heeft ontwikkeld om duidelijkheid te scheppen over hoe de gemeente met geheimhouding omgaat.

Bij 347 gemeenten diende Hamming dit verzoek in per e-mail, de overige acht gemeenten bleken namelijk geen e-mailadres tot hun beschikking te hebben. Helaas weigert anno 2020 nog steeds 60 procent van de Nederlandse gemeenten (namelijk 211 van de 355) om de informatieverzoeken in behandeling te nemen die per mail zijn ingediend. Pogingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om gemeenten aan te zetten tot het beantwoorden van Wob-verzoeken per mail ten spijt. Bij 85% van deze gemeenten (namelijk 182 van de 211) worden Wob-verzoeken zelfs alleen per post aangenomen, ook een mogelijkheid om een Wob-verzoek via een digitaal formulier op de website van de gemeente in te dienen is er niet. Overigens kan het zijn dat deze aantallen nog groter zijn, want 43 gemeenten hebben helemaal niet gereageerd op het Wob-verzoek van Hamming.

Welke informatie is geheim binnen uw gemeente?

De openbare weg loopt blijkbaar bij het overgrote deel van de gemeenten nog via de brievenbus. In het artikel “Informatie opvragen bij je gemeente? Eerst een printer kopen!” introduceerden we eind vorig jaar deze conclusie. Tot zover de openbaarheid van buiten naar binnen toe. 

Van de 355 ingediende Wob-verzoeken hebben 101 gemeenten, een derde van het totaal, uiteindelijk wél inhoudelijk antwoord gegeven op de vraag welke documenten er geheim zijn. Van Waadhoeke tot Voerendaal en van Veere tot Westerwolde krijgen we voor het eerst zicht op hoe met geheimhouding wordt omgaan.

De helft van de gemeenten heeft geen aanvullend beleid ontwikkeld over in welke gevallen en hoe geheimhouding in de gemeente moet worden toegepast.

Driekwart van de gemeenten kon geen overzicht meesturen waarin terug te vinden is welke documenten (wanneer, door wie, waarom en hoe lang) geheim zijn verklaard. Soms was dit omdat er in de afgelopen twee jaar slechts een paar documenten geheim verklaard waren en een overzicht volgens de gemeente dus niet nodig is. Het overige kwart dat wel een overzicht meestuurde, maakte dit overzicht meestal op ons verzoek. 

Bovendien worden vaak gehele documenten en soms hele dossiers geheim verklaard, terwijl de geheimhouding zich in principe op slechts een bijlage kan richten. Zo verklaart de gemeente Beekdaelen hele dossiers geheim, zoals het dossier “aanschaf onroerend goed”. De gemeente Middelburg houdt het overzicht met geheime documenten zelf geheim. De gemeente Tholen heeft daarentegen, net als onder andere de gemeenten Almere, Capelle aan den IJssel Oisterwijk en Hoorn, wel een overzicht met geheime documenten dat openbaar is, maar daarbij bestaat de vraag of en zo ja waar en hoe dit overzicht daadwerkelijk te vinden is. Op de website van de gemeente Zeist staat het overzicht wel op een vindbare, logische plek maar slechts tot en met 2019 en zonder de reden van geheimhouding en zonder aan te geven tot wanneer de geheimhouding loopt. 

Bijna geen enkele gemeente geeft aan tot wanneer geheimhouding wordt opgelegd. Bijvoorbeeld de gemeente Zoetermeer. In de periode van 1 augustus 2012 tot 1 februari 2020 verklaarde zij 73 van de 113 geheime documenten voor onbepaalde tijd geheim. In Castricum staat in het overzicht bij de 10 documenten die geheim verklaard zijn in 2018 meestal ‘niet opgenomen’ als termijn en bij de 9 documenten die geheim verklaard zijn in 2019 staat: “Totdat de geheimhouding wordt opgeheven”.

De gemeente Tholen vermeldt net als Almere op het overzicht niet de motivatie voor de geheimhouding. En dat is geen uitzondering: er zijn nauwelijks gemeenten die motiveren waarom ze een stuk geheim verklaren, laat staan dat dit wordt bijgehouden in een overzicht. Bijna alle gemeenten beperken zich tot de algemene vermelding van het wetsartikel met een van de mogelijke redenen. Hierbij komen “de economische of financiële belangen van de Staat of de andere publiekrechtelijke lichamen” zoals genoemd in artikel 10 lid 2 sub b van de Wob en “het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden”, uit artikel 10 lid 2 sub g van de Wob, verreweg het meest voor.

Tot slot zijn de onderliggende geheimhoudingsbesluiten meestal weliswaar openbaar, maar onvindbaar. Zo verwijst de gemeente Almelo in haar besluit naar de website van de gemeente waar de agenda’s staan van alle vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders en die van de raad. Achterhalen of geheimhouding is opgelegd, kan daar alleen door alle afzonderlijke vergaderingen aan te klikken en alle daarbij opgenomen bijlagen te doorzoeken. Een behoorlijk tijdrovende klus dus. Daarmee is de gang van zaken rondom geheimhouding lastig, zo niet onmogelijk te controleren van buitenaf.

Benieuwd naar hoe jouw gemeente geheimhouding toepast? Bekijk hier de resultaten van het project Gemeentegeheimen.

Kritiek op geheimhouding

Als we hoogleraar Solke Munneke de resultaten voorleggen, onderstreept hij het belang van openbaarheid in een democratische rechtsstaat: “De gemeente moet terughoudend zijn met het opleggen van geheimhouding want bij misbruik vervalt ook de acceptatie van de geheimhouding. Dat leidt tot ergernis, lekken en anonieme bronnen. En dan beland je in een cultuur waar je niet in wilt zitten. Openbaarheid is de hoofdregel en dat mag je als burger dan ook verwachten.” 

De bovengenoemde uitkomsten van het Gemeentegeheimen onderzoek komen overeen met wat Munneke voorbij ziet komen: “Er is geen wettelijke verplichting om aan te geven hoe lang iets geheim moet blijven. Over de duur van de geheimhouding wordt dan ook van te voren vaak niks gezegd. Maar opheffen vindt niet of nauwelijks plaats. Op den duur vergeet iedereen het geheim verklaarde document. 

Munneke geeft aan dat er in de praktijk bij gemeenteraadsleden veel onduidelijkheid is over hoe geheimhouding in de praktijk moet plaatsvinden. “Het motiveren van geheimhoudingsbesluiten is wel wettelijk verplicht, maar gaat vaak erg beknopt. Dan wordt er wel een grond genoemd, maar dat is niet hetzelfde als een motivering. Terwijl veel gemeentebesturen menen dat ze de beslissing daarmee wel gemotiveerd hebben”, aldus Munneke. Die onduidelijkheid kan raadsleden soms duur komen te staan. Zo ook in de zomer van 2020, toen raadslid Martin Damen van de PvdA/GroenLinks-fractie in de gemeente Zuidplas verdacht werd van het schenden van zijn geheimhoudingsplicht. 

Damen had in de regionale krant en via sociale media kritiek geuit op geheimhouding van informatie over een groot bouwproject. Damen meende dat meer geheim werd gehouden dan noodzakelijk was. Volgens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente schond Damen hiermee zijn plicht om zijn mond te houden over de geheime stukken. Maar het integriteitsbureau dat zijn zaak onderzocht, concludeerde dat deze verdenkingen van het college onterecht waren. Vanwege Damens verantwoordelijkheid richting de kiezer was het volgens het bureau begrijpelijk dat hij de geheimhouding in het openbaar bekritiseerde. 

Toch liep Damen hier een behoorlijk risico. Artikel 272 van het wetboek van strafrecht, over de strafbaarstelling van het schenden van geheimhouding, liegt er namelijk niet om: een jaar gevangenisstraf of een geldboete van twintigduizend euro. Hij kwam er in dit geval met de schrik vanaf. Damen staat nog volledig achter zijn standpunt: “Alles wordt maar geheim verklaard. Dat kun je als partij niet verantwoorden aan je achterban. Je doet daarmee het democratisch proces geweld aan”.

Monddood

Het initiatief voor het opleggen van geheimhouding ligt bij het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de raad of een raadscommissie. Zowel mondelinge als schriftelijke informatie kan geheim worden verklaard en iedereen die kennis neemt van geheime informatie is verplicht tot geheimhouding.

Geheimhouding is soms heel belangrijk, denk aan een aanbesteding door de gemeente waarbij het gemeentelijke budget niet bekend mag worden: inschrijvers op de aanbesteding zouden daar anders misbruik van kunnen maken en een hogere prijs kunnen bedingen. Door geheimhouding op te leggen bij het delen van documenten met de raad of individuele raadsleden, zoals het budget voor een aanbesteding, kunnen burgemeester en wethouders de raad informeren en kan de raad het college over de inhoud bevragen waardoor de controlerende macht haar werk kan doen. Mooi, zou je denken. Maar tijdens raadsvergaderingen komen ook allerlei onderwerpen voorbij waarbij raadsleden niet over de benodigde kennis beschikken. Raadsleden zijn dan afhankelijk van derden: de achterban, externe adviseurs maar ook de burgemeester en wethouders zelf. Als stukken geheim zijn en zeker als dit zonder motivering wordt medegedeeld in plaats van besproken, dan is informatie inwinnen niet mogelijk en worden raadsleden monddood gemaakt.

Marielys Roos, fractievoorzitter van Hart voor Bloemendaal, jurist en sinds 2014 raadslid in de gemeente Bloemendaal, kwam er in tegenstelling tot Damen niet met de schrik vanaf. In 2016 werd zij door de strafrechter veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van zestig uur wegens het delen van geheime stukken uit het dossier ‘Elswout’. Volgens Roos waren de stukken formeel niet geheim op het moment dat zij ermee naar buiten trad omdat het college de geheimhouding niet volgens de regels had opgelegd en bovendien zelf al met informatie naar buiten was getreden. In hoger beroep werd ze opnieuw in het ongelijk gesteld. Tegen deze uitspraak van het Gerechtshof is Roos inmiddels in cassatie gegaan bij de Hoge Raad, maar in de tussentijd heeft ze wel een strafblad. “Bovendien komt elke melding van de burgemeester, die mij liever ziet gaan dan komen, als aantekening bij de politie in mijn dossier terecht.” Volgens Roos zijn raadsleden volstrekt onveilig bij verdenkingen van schending van geheimhouding. Maar Roos laat zich niet afschrikken: begin juli verzette zij zich wederom tegen het college van de gemeente Bloemendaal, die het schikkingsbedrag dat de gemeente na 12 jaar strijd met de broers Slewes over het landgoed Elswoutshoek is overeengekomen, geheim verklaarde. Pas toen Roos de accountant van de gemeente hierover waarschuwde, werd onder zijn druk het totaalbedrag van 750.000 euro toch openbaar gemaakt en in de jaarrekening opgenomen.

Al twintig jaar onvoldoende

In een enquête uit 2014 door het onderzoeksjournalistieke programma Reporter Radio in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, gaf de helft van de raadsleden aan dat zij de motivering voor geheimhouding door burgemeester en wethouders gebrekkig vonden. Daarnaast meenden raadsleden te weinig kennis te hebben van de regels. In 2016 stuurde voormalig minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een toelichting met uitleg over de toepassing van de geheimhoudingsprocedure. 

De verwarring en kritiek onder raadsleden verdwenen echter niet. In 2017 organiseerden de regionale omroepen in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden opnieuw een enquête. Daarin gaf meer dan de helft van de raadsleden aan zich door geheimhouding belemmerd te voelen. De controle op het bestuur is lastiger uit te voeren als raadsleden bepaalde onderwerpen niet vrijelijk kunnen bespreken of onderzoeken, geen deskundigen kunnen raadplegen en hun mening niet met hun achterban kunnen delen. Een derde van de raadsleden stelde in de enquête zelfs dat burgemeester en wethouders geheimhouding gebruiken om misstanden uit de openbaarheid te houden.

Overigens kan dat ook gebeuren als geheimhouding niét wordt toegepast, zoals in de gemeente Goes, die geen aanvullend beleid heeft ontwikkeld voor het nemen van beslissingen over geheimhouding. Zij antwoordde dat de gemeente maar eens per jaar geheimhouding oplegt en gevoelige informatie verder vertrouwelijk behandelt. Dat roept vragen op omdat de term ‘vertrouwelijk’ niet wettelijk geregeld is. Volgens welke regels of welk beleid behandelt de gemeente die vertrouwelijke stukken?

Geheimhouding bij de grote vier

Dit alles bevestigt het beeld dat de rekenkamers van de vier grote steden lieten zien. 

De rekenkamers van Amsterdam en Den Haag begonnen met onderzoek binnen hun gemeenten, gevolgd door een quickscan door de rekenkamers van Rotterdam en Utrecht voor een vergelijking tussen de vier grote steden. De bevindingen van de vier rekenkamers laten zien dat er in de grote gemeenten nog altijd veel mis gaat en uit het onderzoek Gemeentegeheimen blijkt dat dit zich niet tot alleen de grote gemeenten beperkt. Er wordt in Nederland, landelijk, te veel, te lang, ongemotiveerd en oncontroleerbaar geheim verklaard.

Hans Egtberts, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en zelf raadslid in de gemeente Duiven, herkent  de problemen die de laatste jaren aan de oppervlakte zijn gekomen. Zijn vereniging is in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en pleit daarbij voor een aantal oplossingen van hogeraf, zoals het verplichten tot het bijhouden van een register met geheime documenten, het selectief geheimhouden door slechts delen van documenten geheim te verklaren en het motiveren van geheimhoudingsbesluiten. Maar Egtberts vindt dat raadsleden ook de hand in eigen boezem moeten steken. “Als het college iets geheim wil verklaren en de raad moet daarover beslissen, dan moeten raadsleden kritisch doorvragen en niet klakkeloos het college volgen.” Egtberts vindt dat geheimverklaringen zich moeten beperken tot het noodzakelijke: “Het kan niet zo zijn dat bewoners, bedrijven, verenigingen en stichtingen die afhankelijk zijn van de gemeenten niet weten wat er speelt. Die moeten erop kunnen vertrouwen dat wat er in de kluis ligt, ook absoluut in de kluis hoort. En dat de rest op straat mag liggen.”

Benieuwd naar hoe jouw gemeente geheimhouding toepast? Bekijk hier de resultaten van het project Gemeentegeheimen.

Dit onderzoek naar openbaarheid en geheimhouding bij gemeenten wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Ik publiceer de uitkomsten hier en bij Small Stream Media.

Geheim!, Meer blogs, Onderzoek

19 december 2020

Informatie opvragen bij je gemeente? Eerst een printer kopen!

Zestig procent van de gemeenten weigert Wob-verzoeken per e-mail in behandeling te nemen. Bijna al deze gemeenten eisen dat deze verzoeken om transparantie op papier per post worden ingediend. Dit blijkt uit mij lopende onderzoek Gemeentegeheimen waarvoor ik bij alle Nederlandse gemeenten een informatieverzoek per e-mail indienden. Zestig procent van de gemeenten (211 van de 355 gemeenten) weigerde de e-mail in behandeling te nemen. Van deze 211 kunnen bij 182 gemeenten informatieverzoeken alleen per post worden ingediend. Anders worden ze niet behandeld.

In een democratie is de overheid transparant in wat zij doet. Nederland regelt dit uitgangspunt in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Overheidsinstanties, zoals de gemeente, delen om deze reden uit zichzelf en op verzoek informatie. Alle overheidsinformatie is openbaar, tenzij de Wob daar een uitzondering op maakt. Waar geen uitzondering op kan worden gemaakt, is het feit dat iedereen het recht heeft om aan de overheid informatie te vragen. Burgers, ondernemers en organisaties zijn daarmee in staat om te controleren wat hun overheid doet. Zo ook journalisten.

Recht op overheidsinformatie

In het kader van een onderzoek naar de stand van geheimhouding bij alle 355 gemeenten in Nederland heeft de redactie gebruik gemaakt van dit recht op overheidsinformatie. Maar nog voordat we ook maar één document ontvingen, stuitten we op een zogenaamd vormvereiste. Van de 355 Nederlandse gemeenten weigerden 211 om het Wob-verzoek in behandeling te nemen omdat zij niet accepteren dat het verzoek per e-mail wordt ingediend. Bijna allemaal schrijven ongeveer: “Uw verzoek wordt in behandeling genomen op het moment dat uw verzoek via de fysieke weg (post) wordt ingediend”. Iets meer dan twintig gemeenten verwijzen ook naar een online formulier dat te vinden is op de website van de gemeente.

Voor de duidelijkheid: weigering op deze grond mag niet te maken hebben met de inhoud van het Wob-verzoek. Dus wat er ook verzocht wordt per e-mail, bij meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten strandt een Wob-verzoek bij de digitale voordeur.

Onnodige drempels

Tim de Vos-Goedhart van Open State Foundation, een organisatie die zich inzet voor een digitaal transparante overheid is duidelijk over deze bevinding: “Burgers moeten toegang tot overheidsinformatie hebben. Iedere drempel die niet absoluut noodzakelijk is, moet verdwijnen. Het weigeren van Wob-verzoeken omdat ze per e-mail zijn ingediend, is een onnodige drempel.” Open State Foundation riep gemeenten in 2017 al op om het mogelijk te maken informatieverzoeken per e-mail in te dienen. In datzelfde jaar deden Minister Plasterk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dit ook. Maar uit de reacties op het Wob-verzoek van de redactie blijkt dat meer dan de helft van alle gemeenten daar geen gehoor aan heeft gegeven.

Bij navraag verwijst de VNG naar de algemene handleiding ‘Transparant Bestuur’. Daarin staat dat Wob-verzoeken “alleen via de elektronische weg bij de gemeente worden ingediend indien de gemeente kenbaar heeft gemaakt dat de elektronische weg is opengesteld”. Wettelijk gezien staan gemeenten inderdaad in hun recht als ze weigeren Wob-verzoeken die per e-mail zijn ingediend in behandeling te nemen. Gemeenten hebben echter wel de mogelijkheid om ‘de elektronische weg’ open te stellen. Kennelijk heeft nog niet eens de helft van de gemeenten dit gedaan.

Rammelen aan de poorten

Anno 2020 is er geen reden meer om Wob-verzoeken te weigeren omdat ze per e-mail zijn ingediend. Waar in het verleden nog misbruik gemaakt werd van de Wob door per mail willekeurig, omvangrijke verzoeken in te dienen om er geld mee te verdienen  – voor elke dag dat de gemeente te laat op een Wob-verzoek reageerde, ontving de verzoeker toen een vergoeding – is dat al lang niet meer mogelijk. In 2016 werd deze zogenaamde dwangsomregeling afgeschaft.

Inmiddels staat de Wet open overheid (Woo) aan de poorten te rammelen. Deze wet, die de Wob gaat vervangen, verplicht overheidsinstanties om Wob-verzoeken per e-mail te accepteren. Digitalisering van de overheid waaronder het elektronisch communiceren met de overheid staat al jaren hoog op de politieke agenda. De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer gaat naar verwachting in 2022 in werking treden. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken schreef in 2017 al de handreiking voor overheidsinstanties om aan de eisen van deze nieuwe werkelijkheid te voldoen.

De stand van geheimhouding

Naast de 211 weigeringen omdat het Wob-verzoek per e-mail is ingediend, hebben 43 gemeenten niet meer gereageerd na ofwel een – automatisch verstuurde – ontvangstbevestiging ofwel het bericht dat er vier weken meer tijd nodig was voor de beantwoording. Die termijn is inmiddels al meer dan vier maanden geleden verlopen. Maar de radiostilte zegt misschien meer over de geheimhoudingsprocedures waarmee ze niet graag in de openbaarheid treden. We zullen ernaar vragen.

In totaal hebben 86 van de 355 gemeenten het Wob-verzoek inhoudelijk in behandeling genomen. De vraag ‘Hoe geheim is uw gemeente?’ durfden zij te beantwoorden. We bekijken de antwoorden om zicht te krijgen op de stand van geheimhouding bij deze gemeenten en presenteren onze bevindingen in de komende weken. Houd dit dossier in de gaten.


Adopteer een Wob-verzoek

Accepteert jouw gemeente alleen Wob-verzoeken per post of via een online formulier op de website van de gemeente? Lever dan je bijdrage. We zijn op zoek naar journalisten en burgers die het Wob-verzoek van de onderzoeksjournalist willen adopteren. Dit betekent dat jij alsnog per post of – indien beschikbaar- via een online formulier op de website van de gemeente het Wob-verzoek naar geheimhouding gaat sturen en ook de eventuele verdere correspondentie met de gemeente op je neemt. Hier kan jij je melden als adoptant. Wil je de voortgang van het Wob-verzoek in jouw gemeente volgen? Meld je dan hier aan.


Dit onderzoek naar openbaarheid en geheimhouding bij gemeenten wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Ik publiceer de uitkomsten hier, bij Small Stream Media en via LocalFocus.

Geheim!, Meer blogs, Onderzoek

19 december 2020

Gemeenten niet klaar voor digitale tijd

Een informatieverzoek bij alle 355 gemeenten in Nederland heeft bij slechts 1 op de 5 gemeenten resultaat opgeleverd. Meer dan de helft weigert Wob-verzoeken per mail.

Geschreven door Olivia den Hollander en Liset Hamming

Dit blijkt uit het project Gemeentegeheimen waarvoor journalist Liset Hamming bij alle Nederlandse gemeenten een informatieverzoek per e-mail indiende en samen met Olivia den Hollander de reacties inventariseerde.

Zestig procent van de gemeenten (211 van de 355 gemeenten) weigerde de e-mail in behandeling te nemen. Van deze 211 kunnen bij 182 gemeenten informatieverzoeken alleen per post worden ingediend. Anders worden ze niet behandeld.

Recht op overheidsinformatie

Iedereen heeft het recht om informatie bij de overheid op te vragen, op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Zo kan de overheid gecontroleerd worden. Het uitgangspunt van de wet is: alle informatie is openbaar, tenzij de Wob (of een andere wet) daar een uitzondering op maakt. Bijvoorbeeld als het gaat om privacygevoelige informatie of als de veiligheid van de staat in het geding is. 

Het doel van de Wob is het bieden van een laagdrempelige informatievoorziening. Over het feit dat maar 86 van de 355 Nederlandse gemeenten het digitale informatieverzoek in behandeling hebben genomen, is Tim de Vos-Goedhart van Open State Foundation duidelijk: ‘Burgers moeten toegang tot overheidsinformatie hebben. Iedere drempel die niet absoluut noodzakelijk is, moet verdwijnen. Met het weigeren van Wob-verzoeken omdat ze per e-mail zijn ingediend, wordt een onnodige drempel opgeworpen.’ Open State Foundation zet zich in voor een digitaal transparante overheid. In 2017 riep de organisatie gemeenten al op om het mogelijk te maken informatieverzoeken per e-mail in te dienen. In datzelfde jaar deden Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hetzelfde.

Uit dit onderzoek blijkt dat gemeenten daar geen gehoor aan geven. 

Faciliteren

Hoogleraar staatsrecht Solke Munneke van de Rijksuniversiteit Groningen reageert: ‘In het algemeen kun je stellen dat burgers steeds meer gewend zijn om niet op papier een verzoek te doen maar op de digitale manier. Je zult dat als overheid in zekere zin moeten faciliteren.’

Digitalisering van de overheid waaronder elektronisch communiceren met de overheid staat al jaren hoog op de politieke de agenda. De Wet open overheid (de opvolger van de Wob) en de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer rammelen aan de poorten. Als die wetten zijn aangenomen zullen overheidsinstanties verplicht zijn om informatieverzoeken ook elektronisch af te handelen. Maar eind 2020 kunnen Nederlanders bij meer dan de helft van de gemeenten met informatieverzoeken dus nog steeds alleen per post terecht. Bovendien hebben 43 gemeenten niet meer gereageerd: na de – automatisch verstuurde – ontvangstbevestiging of na het bericht dat de gemeente de beslistermijn met vier weken wilde verlengen en die termijn is inmiddels al meer dan vier maanden geleden is verlopen. Dit laatste zegt wellicht meer over de geheimhoudingsprocedures waarmee ze niet graag in de openbaarheid treden. We zullen ze ernaar vragen.

Bekijk jouw gemeente

Wil je weten wat de stand van geheimhouding is in jouw gemeente? Kijk hieronder mee met het onderzoek.


Hulp gevraagd!

Wil je de voortgang van het Wob-verzoek in jouw gemeente volgen? Meld je dan aan!

Accepteert jouw gemeente alleen Wob-verzoeken per post of via een online formulier op de website van de gemeente? Dan vragen we je hulp. We zijn op zoek naar burgers en journalisten die haar Wob-verzoek willen adopteren. Hier kan jij je melden als adoptant.

Over de 86 inhoudelijke antwoorden van de gemeenten die wel al gereageerd hebben, publiceren we begin 2021. Hopelijk komen daar met jullie hulp snel meer inhoudelijke antwoorden bij! Het streven is: antwoord van alle 355 Nederlandse gemeenten.


Dit onderzoek naar openbaarheid en geheimhouding bij gemeenten wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Ik publiceer de uitkomsten hier, bij Small Stream Media en via LocalFocus.

Geheim!, Meer blogs, Onderzoek

  • 1
  • 2
  • 3
  • …
  • 5
  • >>

Benieuwd naar hoe jouw gemeente geheimhouding toepast?

16 juli 2021

Bekijk hier de resultaten van het project Gemeentegeheimen.

Niets is ‘zomaar’ geheim

12 augustus 2020

Hoe kan geheimhouding worden opgelegd en hoe verloopt dat in de praktijk? Aan de hand van een ‘alledaags’ geheim document in Alkmaar loop ik door het geheimhoudingsproces.

Gemeentegeheimen

16 juli 2021

Voor Small Stream Media schreef ik een serie van 5 artikelen over geheimhouding bij álle Nederlandse gemeenten.

Informatie is macht

18 juli 2020

‘We worden permanent, permanent, niet geïnformeerd. We kunnen onze taak niet doen, we kunnen niet rechtzetten wat er fout gaat.’

‘Er is een overeenkomst en die is geheim’

19 mei 2020

Stel je voor: je loopt met een boze meneer Bos in een bos in Alkmaar. Zowel de 8.000 m2 houtkap in het oudste stadspark van Nederlands als de geheime overeenkomst tussen zijn gemeente en het ziekenhuis maakte hem woedend.

Trouw

2 mei 2020

In 2019 schreef ik enkele nieuwsberichten voor de economieredactie van Dagblad Trouw. Het goud van DNB geeft ‘een gevoel van veiligheid’ was het eerste en vond ik het leukste.

Les extrêmes se touchent

2 mei 2020

De kinderen hadden mij al gewaarschuwd, toen ik hun ouders interviewde over hun liefde voor elkaar.

Liset Hamming ©2020